Zo zit het: de transitievergoeding onder de WAB

De berekening van de transitievergoeding gaat met ingang van 1 januari 2020 op de schop. Wat betekent dat voor jouw onderneming?

Heb je als werkgever een medewerker tijdelijk in dienst? Dan was het advies tot voor kort om te werken met tijdelijke arbeidscontracten: van 7 maanden + 8 maanden + 8 maanden. De maximale arbeidsduur van de werknemer kwam dan net onder de 24 maanden uit. Je was dan geen transitievergoeding verschuldigd bij een definitief afscheid na het derde contract. Vervolgens kon je een nieuwe reeks contracten afsluiten met een nieuwe werknemer.

Dit advies kan de prullenbak in. Onder de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) betaal je vanaf 1 januari 2020 niet pas na 24 maanden een transitievergoeding, maar al vanaf dag één. Als je besluit om afscheid te nemen van een werknemer moet je – zelfs in de proeftijd – hem of haar een transitievergoeding aanbieden. De berekeningswijze van de transitievergoeding wijzigt ook met ingang van het nieuwe jaar.

Transitievergoeding: wel of niet?

Vanaf 1 januari 2020 ben je vanaf dag één een transitievergoeding verschuldigd als:
1. de arbeidsovereenkomst op jouw initiatief is opgezegd, ontbonden of niet is verlengd.
2. de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werknemer is opgezegd, ontbonden of niet is verlengd omdat jij ernstig verwijtbaar hebt gehandeld of nagelaten hebt te handelen.

Alleen in de volgende gevallen hoef je geen transitievergoeding te betalen: 
1. Als de werknemer zélf beslist om weg te gaan of om het contract niet te laten verlengen.
2. Als de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld – maar daarvan is niet snel sprake.

Nieuwe berekeningswijze

Op dit moment moet je een behoorlijk omslachtige rekensom maken om de transitievergoeding te kunnen vaststellen. Bepalende factoren zijn de duur van het dienstverband, de leeftijd van de werknemer en het aantal werknemers dat je in dienst hebt op de peildatum.

De nieuwe rekenmethode wordt een stuk overzichtelijker. Iedere werknemer krijgt 1/3 maandsalaris mee per gewerkt kalenderjaar, berekend per dag dat het dienstverband heeft geduurd.

In de meeste gevallen zal de transitievergoeding daardoor lager zijn dan bij de huidige berekeningswijze – met name bij ontslag van werknemers van 50-plus met een lang dienstverband. Het kan dus interessant zijn om een werknemer van 50-plus met een lang dienstverband nog even in dienst te houden totdat de WAB van kracht wordt.

Wil je graag dit jaar nog afscheid nemen van een werknemer? Dan kun je zijn/haar medewerking misschien krijgen door te wijzen op de hogere vergoeding die hij/zij dit jaar nog kan krijgen.

Andere aandachtspunten

Als een werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, ben je geen transitievergoeding meer verschuldigd. Dat geldt ook als je deze werknemer daarna nog een nieuwe serie tijdelijke arbeidsovereenkomsten aanbiedt.

Sluit je met een werknemer een vaststellingsovereenkomst? Dan ben je vrij om over de hoogte van de beëindigingsvergoeding te onderhandelen. Deze vergoeding is niet verplicht. Maar heeft de werknemer een (rechtsbijstands)jurist in de arm genomen, dan zal er vaak toch een bedrag worden bedongen. Daarom is het verstandig om in de vaststellingsovereenkomst voor de zekerheid op te nemen dat de transitievergoeding – voor zover verschuldigd – inbegrepen is.

Heb je vragen over de transitievergoeding? Bel of mail ons voor advies.

< terug naar overzicht