Wat is de fiscaalvriendelijkste manier van autorijden?

De overheid heeft de afgelopen jaren veel maatregelen genomen op het gebied van autorijden. Voor ondernemers is daardoor steeds lastiger te bepalen welke manier van autorijden het meest gunstig is. We leggen je de dilemma’s voor, aan de hand van een rekenvoorbeeld.

Tot 2012 was het leven nog eenvoudig … Als je een auto kocht, moest je als ondernemer eigenlijk maar één keuze maken: wil ik de auto zakelijk of privé rijden? Het voordeel van zakelijk rijden was (en is) dat alle kosten met betrekking tot de auto aftrekbaar waren voor de inkomstenbelasting. Het nadeel was dat er vervolgens in veel gevallen wel 25% bijtelling over de cataloguswaarde bijgeteld moest worden. Hoe onredelijk dit soms ook leek, de regeling was wel eenvoudig.

Complexer

Zoals gezegd, dit was tot 2012. Toen werd alles anders. De wetgever heeft vanaf 2012 een aantal maatregelen genomen om met name ondernemers te stimuleren milieuvriendelijke auto’s te gaan rijden. De belangrijkste zijn:

  1. Kortingen op de bijtelling voor privégebruik tot wel 25%, waardoor de daadwerkelijke bijtelling 0% kon bedragen.
  2. Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, wat leidt tot een extra aftrek van 28% over de aanschafwaarde van de auto (inmiddels weer afgeschaft).
  3. Milieu-investeringsaftrek, wat leidt tot een extra aftrek van 36% over de aanschafwaarde van de auto (inmiddels beperkt).
  4. Willekeurige afschrijving op de auto(’s), zodat de afschrijvingen naar voren gehaald kunnen worden (inmiddels weer afgeschaft).

Nu zes jaar verder ziet de fiscale regelgeving omtrent de auto er nog complexer uit. We kennen inmiddels een aantal overgangsmaatregelen en we hebben een heel aantal bijtellingstarieven gezien, namelijk 0%, 4%, 7%, 15%, 18%, 20%, 22% en 25%. Voor auto’s ouder dan 15 jaar geldt dan ook nog een bijtellingspercentage van 35%, maar dan over de waarde in het economische verkeer in plaats van over de cataloguswaarde.

De 60-maandentermijn

Wat nagenoeg alle bijtellingstarieven met elkaar gemeen hebben, is dat dit tarief voor een bepaalde periode wordt toegekend: voor 60 maanden vanaf het moment dat de auto op kenteken is gesteld. Met name in 2013 zijn er veel ondernemers geweest die een plug-inhybride of volledig elektrische auto hebben aangeschaft waarvoor destijds 0% bijtelling toegepast mocht worden. Deze rijders staan dit jaar voor een lastige keuze omdat de 60 maanden korting op de bijtelling voor hen afloopt. Doen zij niets, dan zal na afloop van deze periode opnieuw vastgesteld moeten worden hoe hoog de bijtelling is. Voor de plug-inhybrides komt dit neer op 22% bijtelling. Deze auto’s hadden destijds een waarde van gemiddeld 70K. Dit komt neer op een stijging van de bijtelling van nihil naar € 15.400 per jaar. Voor eigenaren van volledig elektrische auto’s is het leed nog goed te overzien. Zij zullen na afloop van deze periode geconfronteerd worden met een bijtelling van 4% tenzij de 60 maanden periode afloopt in 2019. Hoe uw bijtelling vanaf 2019 wordt vastgesteld leest u verderop.

Wat zijn de keuzes?

Wat moet je nu doen als je zo’n auto hebt? Onlangs hebben wij voor een klant een uitgebreide berekening gemaakt om de verschillende opties af te kunnen wegen. De keuzes die op tafel lagen, waren de volgende:

  1. Doorrijden in de huidige plug-inhybride.
  2. Een tweedehands auto aanschaffen voor circa 35K.
  3. Een nieuwe volledig elektrische auto aanschaffen voor circa 115K.

Dat het doorrijden met de huidige auto het voordeligste zou zijn, lag redelijk voor de hand. Immers: ondanks de hogere bijtelling was de auto wel nagenoeg afgeschreven. Toch was de uitkomst wat ons betreft nog erg verrassend. Over een looptijd van vijf jaar kwam uit deze berekening dat het doorrijden van de huidige auto netto maar € 1.500 goedkoper was dan het rijden van een nieuwere, tweedehands auto. Deze uitkomst hadden we niet verwacht, maar ze is wel te verklaren: voor de tweedehands aan te schaffen auto kon gekozen worden om deze privé te etiketteren, terwijl de huidige auto verplicht zakelijk geëtiketteerd moest blijven.
Maar schokkender was het verschil tussen de tweedehands auto en de volledig elektrische auto, die maar liefst 80K duurder was in aanschaf. Het verschil tussen de tweedehands auto en de elektrische auto bedroeg over de duur van vijf jaar netto in totaal slechts € 200, wat dus verwaarloosbaar is. Voor dit verschil rijd je gedurende de looptijd een veel nieuwere en luxere auto en draag je tevens een steentje bij aan een schoner milieu.

Dilemma

Het dilemma is dat er nog maar weinig volledig elektrische auto’s in het midden- en luxesegment beschikbaar zijn. Een aantal fabrikanten is inmiddels zover dat ze dit jaar nog dergelijke auto’s zullen leveren. Andere fabrikanten hebben vaak wel modellen aangekondigd maar deze zullen zeker niet voor 2019 op de weg komen. En zoals we inmiddels van onze wetgever gewend zijn, ziet de wereld van de bijtelling er dan alweer anders uit.
Ook al blijven de tarieven van de bijtelling in 2019 ongewijzigd, er wordt wel een beperking aangebracht die voor toekomstige rijders van een elektrische auto uit het midden- en luxesegment een grote impact zal hebben. Waar tot op heden het bijtellingstarief over de gehele cataloguswaarde toegepast moet worden, wordt vanaf 2019 een differentiatie aangebracht. Bij een elektrische auto mag tot 50K cataloguswaarde nog steeds 4% bijtelling toegepast worden. Is de cataloguswaarde hoger dan 50K, dan is voor het meerdere het algemene tarief van 22% van toepassing.

Grote impact

Als we ervan uitgaan dat een redelijk rijk uitgevoerde elektrische auto al snel rond de 90K kost, mag duidelijk zijn dat deze beperking een grote impact zal hebben. Tot 2018 zou op deze auto € 3.600 bijgeteld worden. Vanaf 2019 zal dit € 10.800 bedragen. Als we uitgaan van een IB-tarief van 52% is dit een netto stijging van de bijtelling van € 3.744 per jaar of wel € 312 per maand. Dit terwijl juist het voordeel er tot op heden voor zorgde dat de elektrische auto’s, die qua aanschaf nog steeds veel duurder zijn dan een reguliere auto, steeds vaker de voorkeur kregen van zakelijke rijders. Wij vragen ons daarom sterk af wat de invloed van deze differentiatie zal zijn op de verkopen van elektrische auto’s uit het midden- en luxesegment. Schaf je een dergelijke auto nog in 2018 aan, dan kun je gerust zijn. De 4% bijtelling geldt dan namelijk voor 60 maanden over de gehele cataloguswaarde. De auto moet dan wel uiterlijk op 31 december 2018 op kenteken zijn gesteld.

Advies

Samenvattend kunnen we stellen dat het momenteel een heel stuk complexer is om te bepalen welke auto (fiscaal) het voordeligste is om te rijden. Het moment van aanschaf speelt hierin een belangrijke rol. Het rekenvoorbeeld dat wij in dit artikel gebruikt hebben, wordt sterk beïnvloed door een aantal variabelen die er voor vrijwel elke eigenaar anders uit zullen zien. Sta je voor de keuze om een andere auto te gaan rijden? Dan is het slim om vooraf fiscaal advies te vragen over de voordeligste keuze.

PM rekent voor je uit wat in jouw geval de fiscaalvriendelijkste autokeuze is. Neem gerust contact met ons op.

< terug naar overzicht