Wat betekent het Pensioenakkoord voor jou?

Na ruim negen jaar van discussiëren en onderhandelen hebben kabinet, werkgevers en vakbonden een akkoord bereikt over de pensioenen. Zaterdag 15 juni jl. stemden de FNV-leden in meerderheid voor het akkoord. Adviseur Peter Bregman vertelt je wat erin staat.

De AOW-leeftijd stijgt minder snel

In 2020 en 2021 blijft de AOW-leeftijd net als nu 66 jaar en 4 maanden (in plaats van 66 jaar en 8 maanden in 2020 en 67 jaar in 2021). Na 2021 stijgt de AOW-leeftijd in stapjes naar 67 jaar in 2024 (in plaats van 67 jaar en 3 maanden). En voor elk jaar dat we langer leven stijgt de AOW-leeftijd met 8 in plaats van 12 maanden, zoals nu nog het geval is. Dat moet voorkomen dat de jongste generaties tot na hun 70e moeten doorwerken.

Stoppen met werken kan eerder

Met het oog op zware beroepen wordt het voor iedereen mogelijk om drie jaar eerder te stoppen met werken. Met name voor lage inkomens wordt dit aantrekkelijker. Werkgevers krijgen geen boete meer als werknemers met een bruto jaarinkomen tot € 19.000 eerder stoppen.

Pensioen en aov voor zzp’ers

Zzp’ers kunnen straks makkelijker deelnemen aan een pensioenfonds, maar dit wordt niet verplicht. Er komt wel een wettelijke verzekeringsplicht tegen het arbeidsongeschiktheidsrisico voor zelfstandige ondernemers. Misschien komt er een uitzondering voor zzp’ers die genoeg eigen vermogen hebben om dit risico zelf te dragen. Een concreet voorstel hiervoor moet er voor de zomer van 2020 liggen.

Twee soorten pensioencontracten

Pensioenfondsen kunnen de pensioenen straks verhogen bij een dekkingsgraad van hoger dan 100% en verlagen als zij onder die dekkingsgraad zitten. Op dit moment is indexering pas aan de orde bij 110% en moeten pensioenen worden gekort als een pensioenfonds een dekkingsgraad van minder dan 90% heeft. Vooruitlopend op de overgang naar een nieuw contract worden de huidige kortingsregels tijdelijk aangepast om de kans op kortingen op de korte termijn te verkleinen.
Er komen twee soorten pensioencontracten:
(1) Een premieregeling met uitgebreide risicodeling in de opbouw- en uitkeringsfase. De resultaten van de belegging en het risico van een stijging van de levensverwachting worden gedeeld door iedereen (dus de ingegane en de niet-ingegane pensioenen).
(2) Een persoonlijk pensioenpotje in de opbouwfase, dat in de jaren voor het pensioen geleidelijk ingebracht wordt in een collectief potje. Hierbij is sprake van beperkte risicodeling.

Solidariteit en het stelsel

In het huidige stelsel zit een herverdeling van pensioenvermogen tussen groepen deelnemers. Zo is er bijvoorbeeld solidariteit ingebouwd tussen jongeren (tot 45 jaar) en ouderen (vanaf 45 jaar), waardoor jongeren te veel premie betalen en ouderen te weinig. Deze zogeheten ‘doorsneesystematiek’ wordt afgeschaft. Jong en oud blijven wel dezelfde premie betalen, maar jongeren krijgen daarvoor meer pensioen omdat de premie langer kan worden belegd. Bovendien kunnen mensen straks maximaal 10% van het opgebouwde pensioen op de pensioeningangsdatum opnemen, bijvoorbeeld voor vakantie of het afbetalen van hun hypotheek.

< terug naar overzicht